In deze blog focussen we op de effectiviteit van de voorzittersbeslissingen. Bronnen: gepubliceerde jaarverslagen Kamers van het Notariaat 2019-2023.
Deze analyse maakt deel uit van een drieluik waarin we de 'filterende' werking van voorzittersbeslissingen onderzoeken.
In deel 1 richten we ons op de effectiviteit van de voorzittersbeslissingen. We meten deze effectiviteit door het percentage klachten te bepalen dat strandt door ingrijpen van de voorzitter. In deel 2 analyseren we de tuchtrechtuitspraken van de klachten die wel bij de Kamers worden behandeld, met als doel inzicht te krijgen in het aantal tuchtzaken dat ongegrond en niet-ontvankelijk wordt verklaard. In deel 3 trekken we conclusies op basis van de resultaten uit de voorgaande delen en doen we mogelijke aanbevelingen.
Tussen 2019 en 2023 zijn er gemiddeld 324 tuchtklachten per jaar ingediend bij de Kamers voor het Notariaat. Uit de jaarverslagen blijkt dat in 25% van deze klachten (gemiddeld 83 per jaar) een voorzitter heeft ingegrepen, via een voorzittersbeslissing of een voorzittersgesprek.
Gemiddeld werden er jaarlijks 68 voorzittersbeslissingen genomen, wat resulteerde in het niet doorzetten van 37 van deze klachten. De overige 31 klachten gingen in verzet tegen de voorzittersbeslissing, met als resultaat dat gemiddeld slechts 3 van deze verzetten gegrond werden verklaard. Dit betekent dat na een voorzittersbeslissing 65 van de 68 klachten niet verder werden behandeld.
Daarnaast heeft de voorzitter de mogelijkheid om een voorzittersgesprek te initiëren om tot een minnelijke oplossing tussen klager en notaris te komen. Gemiddeld vonden er jaarlijks 15 voorzittersgesprekken plaats, waarna 7 klachten niet werden doorgezet.
In totaal strandden na ingrijpen door de voorzitter - zowel via voorzittersbeslissingen als voorzittersgesprekken - 72 van de 83 klachten.
Wanneer we de vier individuele Kamers bekijken, zien we aanzienlijke verschillen in zowel het aantal genomen voorzittersbeslissingen als het percentage klagers dat in verzet gaat. In de Kamer Amsterdam wordt bij 25% van de klachten een voorzittersbeslissing genomen, tegenover 15% in de Kamer Den Haag. Bovendien gaat in Amsterdam 62% van de klagers in verzet tegen de voorzittersbeslissing, terwijl dit in Den Haag slechts 28% is. Het gemiddelde over 2019-2023 bedraagt 45% verzet na een voorzittersbeslissing. Van de klagers die in verzet gaan, wordt 89% ongegrond verklaard; slechts 3 van de gemiddeld 31 verzetten worden gegrond bevonden.
De gemiddelde doorlooptijd van een klacht is gedaald van 182,25 dagen in 2022 naar 157,5 dagen in 2023. Dit is echter nog steeds hoger dan in 2018, toen de doorlooptijd gemiddeld 143 dagen bedroeg.
Op de website inzichtintucht.nl worden de tuchtrechtzaken uit het notariaat verzameld en voor de leden beschikbaar gesteld. Met de handige tools doorzoekt u de uitspraken en maakt u uw eigen analyses.