In dit tweede deel van de analyse kijken we naar de in 2021 in werking gestelde Richtlijn kostenveroordeling Kamers voor het notariaat. Daarvoor onderzoeken we de zaken in eerste aanleg (Kamer) en in hoger beroep (Hof), en brengen we in kaart hoe vaak er een gehele of gedeeltelijke kostenveroordeling is uitgesproken.
Deze blog is het tweede deel in een tweedelige serie over de (Tijdelijke) Richtlijn Kostenveroordeling. Voor dit onderzoek zijn de tuchtrechtzaken uit de periode 2014-2022 met behulp van textmining geanalyseerd. In dit tweede deel kijken we naar de in 2021 ingevoerde Richtlijn Kostenveroordeling en de tenzij-clausule. In het eerste deel onderzoeken we het effect van het griffierecht op de tuchtzaken.
In 2018 is de Tijdelijke Richtlijn kostenveroordeling kamers voor het notariaat in werking getreden. Deze is snds 1 januari 2021 overgegaan in de Richtlijn kostenveroordeling Kamers voor het notariaat.
In de richtlijn zit sinds 2021 ook een zogenaamde tenzij-clausule. De wetgever heeft het oordeel over (de hoogte van) de kostenveroordeling bij de tuchtrechter gelaten. Het uitgangspunt daarbij is: altijd een kostenveroordeling opleggen, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn om dit niet te doen. Voor de Kamers en het Hof uit dit zich in een wegingsfactor die toegepast kan worden: voor zeer lichte zaken is de factor 0,25, voor lichte zaken 0,5 en voor alle andere zaken 1. Het gewicht van de zaak is afhankelijk van de feitelijke en/of juridische complexiteit van de zaak; als de minst zware tuchtmaatregel van een waarschuwing wordt opgelegd, betekent dit bijvoorbeeld niet vanzelfsprekend dat het een (zeer) lichte zaak is.
“Die bijzondere omstandigheden zijn de lange duur van het depot en de inspanningen die de notaris in dat verband heeft moeten verrichten en de dreigende houding van klaagster”
In dit tweede deel van de analyse kijken we naar de in 2021 in werking gestelde Richtlijn kostenveroordeling Kamers voor het notariaat. Daarvoor onderzoeken we de zaken in eerste aanleg (Kamer) en in hoger beroep (Hof), en brengen we in kaart hoe vaak er een gehele of gedeeltelijke kostenveroordeling is uitgesproken.
Vanaf 2021 (t/m 2022Q3) heeft de Kamer 258 tuchtrechtuitspraken gepubliceerd. Van dit aantal zijn 95 tuchtzaken gegrond verklaard en is in een bepaalde mate de Kostenveroordeling toegepast, bij deze tuchtzaken valt het volgende op:
Vanaf 2021 (t/m 2022Q3) heeft het Hof 95 tuchtrechtuitspraken gepubliceerd. Bij 40 van deze uitspraken is de klacht gegrond verklaard, het volgende valt op:
Sinds 2021 is de Richtlijn Kostenveroordeling in 52 tuchtzaken bij de Kamer en in 39 bij het Hof toegepast. In hoeveel van deze tuchtzaken is gebruikt gemaakt van de tenzij-clausule?
Bij de Kamer is er in 5 tuchtzaken gebruik gemaakt van de tenzij-clausule. De toelichting en weging staan hieronder vermeld.
Bij het Hof is de tenzij-clausule in 4 tuchtzaken toegepast. In deze 4 tuchtzaken worden de notarissen niet veroordeeld tot een vergoeding van de kosten, er wordt dus geen weging toegepast.
Op de website inzichtintucht.nl worden de tuchtrechtzaken uit het notariaat verzameld en voor de leden beschikbaar gesteld. Met de handige tools doorzoekt u de uitspraken en maakt u uw eigen analyses.